Nooteboom als romanschrijver

In 1955 verscheen zijn debuutroman, Philip en de anderen. Nooteboom was toen tweeëntwintig jaar. Waar kwam de inspiratie vandaan?
‘Op mijn eerste grote lifttocht had ik een Frans meisje ontmoet dat in mijn roman tot een Chinees meisje werd gemetamorfoseerd, en naar wie de hoofdpersoon door heel Europa op zoek gaat. Ik heb haar brieven bewaard maar ze nooit herlezen, een zekere schroom weerhoudt me daarvan. We zijn elkaar uit het oog verloren, ik weet niet of ze nog leeft. Ik kwam bij haar thuis in Luxemburg, haar vader was directeur van een radiozender. Ik weet nog goed hoe die man, als hij thuiskwam, zijn vrouw zo’n Franse kus op haar schouder gaf. Bonsoir madame, zei hij dan.’
De Duitse filosoof Rüdiger Safranski schreef een nawoord bij Philip en de anderen waarin hij de romantiek uit het boek afzet tegen de distantie van de ironie in het latere werk. Nooteboom zelf zegt zich echter nog zonder meer te kunnen herkennen in de jongeman die de roman schreef: ‘Iemand die het beeld bedenkt van een zaal vol piano’s en één persoon die daarop speelt, is verwant aan iemand die schrijft over een man die in Amsterdam naar bed gaat en wakker wordt in Lissabon. In mijn toespraak in Berlijn heb ik gezegd dat ik niet de uitweg gekozen heb van cynisme en sarcasme. Daar ben ik me heel erg bewust van. Ik kan best cynisch en sarcastisch zijn, maar niet als levenshouding.’
In zekere zin is hij nog steeds de romanticus van vroeger. ‘Je wordt natuurlijk wel gelooid. De wereld is daar heel goed in. Iedereen begint met talent, iedereen heeft een kaarsje en dat brandt. De meeste mensen laten het uitgaan of het wordt door anderen wel uitgeblazen. Dat begint al vroeg. Een kind tekent een huis met een veel te grote zon. De verhoudingen kloppen niet, zegt de volwassene. Dan ben je al bezig aan de afbraak. Of een kind vertelt een verhaal dat niet klopt. Dat heb je gelogen, zegt een volwassene. Nee, het kind heeft het verzonnen. Je moet tegen elke wind in, in iedere storm, dat kaarsje zien aan te houden. Daarom zijn veel van je acties in de werkelijke wereld mimicry, want dat gedeelte houd je vast.’
Is het schrijven in de loop van de jaren gemakkelijker geworden dan in zijn beginperiode?
‘Integendeel. Het is altijd weer een drempel om op te gaan in een nieuwe fictionele dimensie. Het schrijven van een verhaal is voor mij een alibi voor het schrijven zelf. Het verhaal interesseert me niet, mij interesseert het schrijven. Het ontdekken van dingen. Een verhaal is een kapstok waar je het schrijven aan op mag hangen. Als je dat heel intens gedaan hebt, zoals ik deed in Allerzielen, dan heb je geen zin om meteen nieuwe personages te bedenken. ‘Daarom vind ik schrijvers als Vestdijk ook zo raadselachtig. Als jongen was ik door zijn boeken gefascineerd, nu kijk ik met verbijstering naar die enorme hoeveelheid. Dat is voor mij onmogelijk. In die zin ben ik misschien geen echte romanschrijver.’
‘Ik heb altijd moeite gehad met schrijven. Ik ben altijd gered door een opdracht. Niet dat ik aan het werk gezet moet worden, want werken doe ik altijd. Mokusei! schreef ik omdat Avenue me alleen naar Japan wilde laten gaan voor een novelle, niet voor een reisverhaal. Het volgende verhaal was het boekenweekgeschenk, ook een opdracht, en wat voor een. Rituelen was geen opdracht, al had mijn uitgever Theo Sontrop gezegd dat hij mijn benen zou breken als ik niet met een roman kwam. Allerzielen wilde zelf geschreven worden. Misschien zijn het daarom mijn twee belangrijkste boeken, al weet je dat natuurlijk zelf nooit. Een opdracht is nog niet het slechtste voor een schrijver.’
Uit: Margot Dijkgraaf, Nooteboom en de anderen.
Een introductie tot leven en werk van Cees Nooteboom, aan de hand van de verschillende thema’s die zijn leven beheersen. Margot Dijkgraaf is publiciste op het gebied van vooral Europese en Franstalige literatuur, onder meer voor NRC Handelsblad.
MEER INFORMATIE
BESTELLEN
|
|
Romans

Philip en de anderen. Roman. Querido, Amsterdam 1955. Nieuwe editie 2009 (tiende druk) met nawoord van Rüdiger Safranski, De Bezige Bij, Amsterdam.
De ridder is gestorven. Roman. Querido, Amsterdam 1963. Nieuwe editie 2009 (zevende druk) met een voorwoord door Connie Palmen, De Bezige Bij, Amsterdam.
Rituelen. Roman. De Arbeiderspers, Amsterdam 1980. Nieuwe editie 2009 (drieëntwintigste druk) met een inleiding van A.S. Byatt, De Bezige Bij, Amsterdam.
In Nederland. Roman. De Arbeiderspers, Amsterdam 1984.
Het volgende verhaal. Roman. CPNB/De Arbeiderspers, Amsterdam 1991.
Allerzielen. Roman. Atlas, Amsterdam 1998. Nieuwe editie 2009 met nawoord van Lázlo Földényi, De Bezige Bij, Amsterdam.
Paradijs verloren. Roman. Atlas, Amsterdam 2004.
|